|
4 - 3. HERMAN VAN VOORST VAN RECHTEREN
Zoon van Herman van Voorst en N.N.
Hij sterft vóór 1409.
Hij was gehuwd met Agnes van den Clooster, dochter van Stefanus van den Clooster en Goldekine N.N. (Ned. Leeuw, 1906, 264).
Van Doorninck in het T.R.O. Dl. 2, blz. 175, vermeldt haar als volgt:
28 mei 1409. Agnes, weduwe van Herman van Rechteren, kiest haar broeder Johan van den Clooster als haar momber in haar zaak tegen
Johan van Voorst, haar zwager.
In hetzelfde deel op blz. 195, akte van 3 december 1411:
Johan van Voerst kiest te Deventer Herman van Rechteren en Dirck van Zalne als mombers (= voogden) in zijn zaak tegen Agnes, weduwe van Herman van Rechteren, zijn broeder.
Uit zijn huwelijk werden geboren:
1. Herman van Rechteren.
Volgens het zerkenboek van de kerk van Steenwijk werd hij aldaar begraven en in 1441 daar ingeschreven (Van Rhemen).
Hij was gehuwd met Jutte en had een bastaard zoon Jan, die genoemd wordt in een akte van het archief Huis Rechteren, reg. 174, dd. 24 mei 1440, als volgt:
Segher van Hekeren genaamd van Rechteren doet uitspraak als richter van zijn leenheer Frederick van Rechter in het geschil tussen Frederick van Rechter
en Jan van Rechter over de belening van het goed Penekinck met bijbehorende horige lieden in de buurschap van Lyndert en de tienden te Heten,
beide in kerspel Raalte, het Vorster erf te Diese in de vrijheid van Zwolle met 6 morgen land in Mastenbroek benevens het goed ter Kolke in de buurschap Suutmeer,
nagelaten door Herman van Rechter, en bepaalt, dat Frederick voorlopig in het bezit der goederen zal blijven aangezien Jan een onecht kind is.
2. Meyne.
Die gehuwd was met Riquin van Berentrade:
(Archief Graven van Limburg Stirum Dl. III, 2, no. 94):
1 augustus 1359. Sweder, heer van Voorst en Keppel, oorkondt, dat zijn leenman Herman van Steenre in den Weerde aan heer Riquin van Berentrade,
ridder, voor de medegave van diens vrouw Meyne, dochter van Herman van Rechteren, in pand gegeven heeft het leengoed Zeghenworp aan de Nederenweert voor 400 pond.
|