Geslacht Van Voorst tot Voorst

 
  19 - 11. JAN JOSEPH GODFRIED baron VAN VOORST TOT VOORST

Zoon van Jan Joseph Godfried baron van Voorst tot Voorst en Anna Margaretha Elisabeth Maria Cremers.
Geboren te Kampen 29 december 1880; overleden te Vierakker, huize Suideras, 11 november 1963 en aldaar op het R.K. kerkhof op 15 november daaraanvolgend begraven.

Hij werd 2e luitenant der infanterie (1901); 1e luitenant (1905); ordonnansofficier van Koningin Wilhelmina (1908-1913); kapitein (1915); majoor (1927); hoofd Afdeling Generale Staf van het Ministerie van Defen­sie (1929); luitenant-kolonel (1930); kolonel tevens commandant van de Brigade Grenadiers en Jagers, welke functie ook door zijn vader was vervuld, (1932); Adjudant in buitengewone dienst van Koningin Wilhelmina (1933); generaal-majoor tevens commandant van 4 Divisie te Amersfoort (1934). In 1937 werd hij luitenant-generaal tevens commandant van het Veldleger tot 1940 en commandant van de vesting Holland tot 1939, alsmede gouverneur der Residentie tot 1940, en van 1945 tot 1947. Hij was de grondlegger van de Grebbelinie en veroorzaakte, door de juiste keuze van deze linie, aan de Duitsers grote verliezen op de Grebbeberg in de meidagen van 1940. Hij werd door de bevelhebber van de Wehrmacht op 3 juli 1940 in Zwolle geïnterneerd als strafmaatregel en op 24 juli 1940 in krijgsgevangenschap naar Duitsland afgevoerd, daar hij geweigerd had zijn erewoord aan de Duitsers te geven, evenals zijn broer Herman. Op 9 mei 1945 door de Russen bevrijd, hervatte hij op 13 mei zijn werkzaamheden als gouverneur der Residentie.

In 1946 werd hij voorzitter van de commissie Militaire Onderscheidingen; voorts was hij voorzitter van de commissie Verantwoording Krijgsgevangen Officieren (1945-1947). 1 Februari 1947 ging hij op zijn verzoek met pensioen. In 1960 werd hij bevorderd tot generaal-titulair. Hij was lid van de Hoge Raad van Adel, Maltezer Ridder (1911), Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw (bij bevordering, 1946), Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, Grootkruis in de Kroonorde van België, Ridder van het Legioen van Eer, Ridder in de Dannebrogorde en Ridder in de Orde van den Rooden Adelaar van Pruisen. Hij publiceerde verschillende artikelen over militaire onderwerpen o.a. in de Militaire Spectator, het Haagsch Maandblad, het Orgaan der Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap, The Army Quaterly, Journal des Débats (o.a.Over Roermond!). Onder het pseudoniem “Kapitein Ronduit” schreef hij ondermeer “De Manoeuvre om Limburg”, waarin de preventieve werking van onze krijgs­macht, waardoor Nederland in 1914 neutraal kon blijven, werd aangetoond. Voorts publiceerde hij studies over ontwapening en over de Duitse herbewa­pening (1936). Hij was deskundige bij de Voorbereidende Ontwapenings­commissie Volkenbond (1926-1932) en Nederlands militair-gedelegeerde bij de ontwapeningsconferentie te Geneve (1931). (o.a.: De militair-technische en de economische zijde van het ontwapenings-vraagstuk voor den volkenbond en Studiën over ontwapening)

Door zijn voorbeeld, vooral ook als commandant van het Veldleger, zijn houding tijdens zijn krijgsgevangenschap en daarna heeft hij er veel toe bijgedragen dat de Koninklijke Landmacht in hoog aanzien kwam en bleef staan. Tot aan zijn dood en ook daarna was hij voor de oudere, maar ook voor vele jongere officieren een stimulans.

Hij huwde 1e te Arnhem 4 mei 1911 met Jkvr. Octavia Ottine van Nispen (tak Pannerden), geboren te Zutphen 17 juli 1885, dochter van Jhr. Frans Xaverius Jacobus van Nispen, heer van de Swanenburg, en Carolina Petronella Johanna Lamberdina Smitz. Zij overleed te ‘s-Gravenhage 4 januari 1947 en werd aldaar 8 januari daaraanvolgend begraven.
Uit dit eerste huwelijk werden geboren:

1. Mr. Carolina (Carl) Maria.
Geboren te ‘s-Gravenhage 27 januari 1912; overleden 1 september 2010. Zij was sinds 1959 algemeen overste van de Congregatie der Vrouwen van Bethanië (S.R.S.).

2. Frans Joseph Godfried baron van Voorst tot Voorst.

3. Jan Joseph Godfried baron van Voorst tot Voorst.
Geboren te ‘s-Graven­hage 12 oktober 1916; overleden op 17 augustus 2004.
Hij werd 22 augustus 1947 tot priester S.J. gewijd te Maastricht. Vlootaalmoezenier (1952-1959); kapelaan van de Studen­tenparochie van de Heilige Geest te Nijmegen (1959-1961).

4. Ernest Joan baron van Voorst tot Voorst.

5. Maria Theresia (Trees).
Geboren te ‘s-Gravenhage 6 januari 1921; overleden op 28 november 2011 te Voorburg. Zij was sinds 1943 staflid van De Graalbeweging.

6. Beatrice Johanna Genoveva Maria.
Geboren te ‘s-Gravenhage 14 mei 1926; sinds 1947 staflid van De Graalbeweging. (Voorburg).

Hij hertrouwde te Warnsveld op 14 april 1948 met Jkvr. Joanna Maria Alfrida Louisa Ruijs de Beerenbrouck, geboren te Maastricht 6 oktober 1910, dochter van Jhr. Mr. Charles Joseph Marie Ruijs, heer van Beerenbrouck en Wolfrath, en Jkvr. Maria Josephina Ernestina Alexandrina van der Heijden, vrouwe van Suideras. Zij overleed te Vierakker (huize Suideras) 21 augustus 1992 en begraven in het familiegraf op het kerkhof van Vierakker 26 augustus daaraanvolgend.

Literatuur:
Elsevier Weekblad 21 januari 1961 “De Generaal spreekt” (1 Mb)