Geslacht Van Voorst tot Voorst

 
  VAN VOËRST (TOT BEERSE)

(Adellijke tak uitgestorven in 1858, geheel uitgestorven in 1867.)

Overijssel. - Reeds in 1203 wordt melding gemaakt van Henricus de Vorst, nobilis. Het mag stellig worden aangenomen, dat het hier behandelde geslacht Van Voërst in mannelijke lijn stamt uit deze oude Van Voersten, wier genealogie aanvangt met de gebroeders Suederus (vermeld 1286-'95) en Herman (vermeld 1295-1325), doch bewijsbaar is dit niet. In het bijzonder staat niet vast, dat de in jrg. 1918 als gen. VIII vermelde Derk van Voerst, overleden 1494, een zoon is van den als gen. VII genoemden Herman van Voorst, overleden 1464. Uit den bovengenoemden Suederus van Voerst stamt in vrouwelijke lijn Cunegonda van Polanen, vrouwe van Voerst en Keppel, gehuwd omstreeks 1432 met Frederik van Hekeren genaamd Rechteren, heer van Rechteren en Bredenhorst, die zelf in vrouwelijke lijn stamt uit Suederus’ broeder Herman van Voerst, heer van Rechteren. Frederik en Cunegonda zijn de gemeenschappelijke stamouders der graven Van Rechteren en der baronnen Van Voorst tot Voorst. De stamreeks vangt aan met Derk van Voerst, vermeld sedert 1456 en gehuwd met Petra van Coelenberch.
Bij besluit van den Souvereinen Vorst d.d. 28 augustus 1814, no 14 werden Theodorus Anthony van Voërst tot Hagevoorde en Dirk Ernst van Voërst van Averbergen benoemd in de Ridderschap van Overijssel.
Bij K.B. d.d. 24 februari 1816, no 9 werd daarin benoemd Gerrit Helmich van Voërst tot Bergentheim.
Bij K.B. d.d. 5 juli 1822, no 294 werd voor Christoffel Casimir Adolf van Voërst tot Bergentheim, zoo voor zich als voor de kinderen van wijlen zijn neef Dirk Christoffel van Voërst tot Hagevoorde, erkend voor hen en hun wettige nakomelingen de hun van ouds competeerende titel van baron.

Wapen: In goud drie roode kepers. Een zilveren traliehelm, rood gevoerd, goud omboord, met gouden tralies, gekroond met een gouden kroon met drie bladeren en twee parels.
Helmteeken: Twee hermelijnen buffelhoorns.
Helmkleeden: Goud en rood. Schildhouders: Twee omziende gouden griffioenen, met een roode tong.



Stamreeks

I.   Derk van Voërst, tot Beerse
Zoon van Herman van Voorst, tot Beerse en Mye (Maria) van Laer van Laerwold.
Hij overleed in 1494, begraven te Sibculo.

Gegoed te Beerse, in de Ridderschap van Overijssel in 1465, beleent zijn broeder Wolter in 1467, ambtman van Salland 1468-'77, krijgt in 1471 het huis en gericht te Holten in pandschap, raad en in 1477 huismaarschalk van bisschop David, beleend met het bouwhuis genaamd den Steen te Voorst 1478, begraven Sibculo 1494.
Trouwde 1e Petra van Coelenberch, vermeld 1474, begraven Sibculo 1478.
Trouwde 2e Duve N.N., getocht aan een rente uit het bouwhuis te Voorst 1486.

Uit het eerste huwelijk:

1. Johan van Voërst tot Beerse, volgt II.

2. Herman van Voerst.
Beleend 22 augustus 1487 met de twee olde hoeven te Norg en het huis te Scheltinge enz. Hij schijnt in 1513 gestorven te zijn. 22 augustus 1513 Johan van Voirst, Johanna zijne echte huisvrouw, en Johanna, zijne echte zuster, dragen aan het convent te Zibekeloe over 25 gouden Rijnsche guldens, welke hun broeder Herman van Voirst aan het convent vermaakt heeft tot zaligheid zijner ziel. Volgens de man. gen. had hij een bastaardzoon, die pastoor in den Ham is geworden.

3. Johanna.
Volgens de man. gen. te Ommen ongehuwd overleden.


II.   Johan van Voerst tot Beerse
Begraven te Sibculo in 1544.
Beleend met het bouwhuis genaamd den Steen te Voorst in 1495; verscheen in de volgende jaren meermalen onder de Ridderschap van Overijssel op de klaring. Den 9 juni 1512 bezegelde hij een verbond met bisschop Frederik van Baden en den 29 januari 1519 een verbond van ridderschap en steden van het Sticht tot onderlinge verdediging.
Trouwde vóór 8 februari 1507 Johanna Sticke(n), vrouwe van Hagenvoerde, beleend met den Hof te Wijhe, genaamd Engelbertsgoed (bisschoppelijk leen) 1507 en '45, beleend met Hagenvoorde (leenroerig aan de proosdij van Lebuinus te Deventer) 1516 en '44, begraven Sibculo 1558, dochter van Frederik en Jutta N.N.
Uit dit huwelijk o.a.:

1. Peter van Voerst, heer van Beerse. Volgt III

2. Maria.
Waar verder niets over bekend is.

3. Anna.
Overleden in 1533.

4. Dirk van Voerst, heer van Hagenvoorde, volgt III-2.

5. Johanna.
Waar verder niets over bekend is.


III.   Peter van Voerst, heer van Beerse en Grimberg
Overleden in 1550.

Trouwde 1e Cornelia van Baren; trouwde 2e Steventje van Welvelde, overleden 1558.
Uit het tweede huwelijk stamt de in 1759 uitgestorven tak tot Grimberg.


TAK GRIMBERG
(Uitgestorven in 1765.)

Huize Grimberg:
De Grimberg was eigendom van Otto van den Rutenberg. Na zijn dood en de dood van zijn vrouw in 1561 viel De Grimberg toe aan de nakomelingen van zus Willemtje:
1. Anna (getrouwd met Sweder Schele tot Weleveld),
2. Sophia (getrouwd met Evert van Varendorp) en
3. Steventje ( de vrouw van Peter van Voorst tot Beerse) en zodoende aan het geslacht Welvelde.

Uit het huwelijk van Peter en Steventje:

1. Peter van Voerst,
Bovengenoemde Otto II had in 1549 al bepaald dat het kind van Steventje en Peter, vooruit 1000 gulden ‘vor de tymmerasie van den huse to Grimberge’ enz. moest krijgen. De verdere verdeling van de nalatenschap was ingewikkeld en pas in 1575 werd broer Johan met de Grimberg beleend.

2. Derk van Voerst gesneuveld in Heiligerlee.

3. Frederik van Voerst gesneuveld in Frankrijk.

4. Steven van Voerst, gegevens onbekend.

5. Johan van Voerst, volgt hieronder.

6. Johanna

7. Elisabeth



IV.   Johan van Voorst
Werd, na overlijden van zijn broer Peter, met de Grimberg beleend. Hierna bleef het zes geslachten in het bezit van de familie van Voorst.

In 1581 stelde de Prins van Oranje hem aan tot drost van Twente, nadat Gosen van Raesfelt naar het stift Munster was gevlucht. In datzelfde jaar werd hij in de slag bij Goor gevangen genomen en werd nadien jarenlang opgesloten op het huis Blijenbeek in Noord-Limburg. Omdat de van Voorst-familie voor de staatsgezinden had gekozen, werd zij door de Spaanse koning als vijand beschouwd en werden al hun goederen in beslag genomen. Het Staatsgarnizoen van de Prins van Oranje dat de Grimberg moest beschermen vluchtte in 1583 samen met Mechteld van Langen, bij de komst van de Spanjaarden naar Lochem. De Grimberg werd veroverd door de Spanjaarden en in brand gestoken.

Pas in 1595 vestigde Johan zich opnieuw op de weer opgebouwde plaats met zijn beide zusters Johanna en Elisabeth. Hij overleed in 1598.

Hij trouwde met Hermanna Mulert en hertrouwde na haar dood met Mechteld van Langen.

1. Peter van Voorst, volgt hieronder.

2. Lutgard

3. Stefania

4. Derck van Voerst
Hij kreeg een dochter Wilhelmina.



V.   Peter van Voorst.
Trouwde met Odila van Bevervoorde maar stierf al voor 1613 want toen werd
1. diens minderjarige zoon Johan
met de erve beleend. Ook Johan stierf kort na de belening, waarop zijn broer Berend van Voorst te Notter verschillende landerijen ‘vrijde’ (als waarborg er voor instaan).

2. Berend van Voorst
Deze stierf kinderloos.

2. Cunera
- 1623

3. Herman van Voorst, volgt hieronder.


VI.   Herman van Voorst.
Werd in 1634 ingeschreven in de Overijsselse Ridderschap. Deze Herman was tot 1636 luitenant in de compagnie van zijn neef Reinier Schaep, waarna hij een rol ging spelen in de Overijsselse Staten (werd in 1634 ingeschreven in de Overijsselse Ridderschap). Hij mocht tol heffen aan de brug over de Regge. In 1639 overleed hij en werd in Rijssen begraven.

Zijn vrouw Agnes Schaep van Windesheim was in 1634 al overleden.

1. Peter van Voorst, volgt hieronder.

2. Odilia Anna.
Stiftsjuffer te Hunnepe, overleden in 1698.

2. Reint van Voorst.


VII.   Peter van Voorst.
In 1646 pas werd hij door de heer van Almelo beleend met de Grimberg. Hij woonde daar alleen met een meid en een knecht. Het huis werd toen flink verbouwd, getuige de grote aanslag op het vermogen van Van Voorst. Toen het klaar was had het vier vuursteden.
Op latere leeftijd, in 1676, trouwde hij met Euphemia Alegonda van Broeckhuysen van de Doorn. Peter overleed in 1693.
Toen ook zijn zuster Odilia in 1698 stierf konden de erfgenamen de schulden uit de nalatenschap van vader en tante niet voldoen en vroegen uitstel van betaling van de successierechten.

1. Herman van Voorst.
Hij kreeg de goederen in 1705, en werd toegelaten tot de statenvergaderingen.
Hij overleed in 1709

2. Willem Reinier baron van Voerst, heere van de Grimbargh, volgt hieronder.

3. Alegonda (1681-1758).

4. Agnes (1689-1736).


VIII.   Willem Reinier baron van Voerst, heere van de Grimbargh.
Willem volgde broer Herman. In 1711 werd deze lid van de Ridderschap maar hij volgde een militaire loopbaan waardoor het huis soms lange tijd leeg stond. Hij kreeg een eigen regiment en bracht het in 1747 zelfs tot generaal-majoor. In 1727 was hij in Brummen getrouwd met Clara Anna Elisabeth van Broeckhuysen tot de Geldersche Toren. Zij overleed op de Grimberg in 1732.

Bij de volkstelling van 1748 woonden op ‘de Grimbargh’:
de heere luitenant-generael Willem Reyner, baron van Voerst, heere van de Grimbargh; sijn soon Peter Willem; de kneght Arent Hendrik Bitter, Willem van de Eese, Catrina van Eybargen en Hendrina ter Wele’.

De generaal overleed in 1759.

1. Peter Willem.
Als enige zoon erfde hij de Grimberg en trouwde met Johanna Isabella Bentinck tot Bevervoerde-Hoyckinck. Hij overleed kinderloos in 1765. Zijn vrouw erfde alles. Ook de erven de Boom, de Ese, Brugmans, den Berg en Heinhuis, een deel van de erven Winkel en Kifhorst, Klein Lochter, de katersteden het Schot, Schuttenplaatsje en de Telgte, evenals het huis de Zegget. Zij hertrouwde met Frederik Benjamin van der Capellen tot Rijsselt, een burgemeester van Zutphen.

--- Einde TAK GRIMBERG ---



TAK HAGENVOORDE
(Uitgestorven in 1853.)

Hagenvoorde was een havezate in de Wijhese buurtschap en marke Tongeren, schoutambt Wijhe. De oudste bekende vernoeming stamt uit de periode rond 1400.
Hagenvoorde kwam al vroeg in het bezit van de familie Van Voerst. Een van de bekendste bewoners van de havezate was Transisalanus Adolphus van Voorst tot Hagenvoorde van Bergentheim, onder andere luitenant-stadhouder van Gorkum en hofmeester en hoveling van Prins Willem III.
Hagenvoorde is in 1810 afgebroken. Het landgoed Hagenvoorde, bij afbraak van het huis 46 bunder groot, bestaat tegenwoordig nog wel.


III-2.   Dirk van Voerst, heer van Hagenvoorde.
Zoon van Johan van Voerst tot Beerse en Johanna Sticke(n).
Beleend met den Hof te Wijhe 1558, beleend met Voorde en Berge Johans goed (later genaamd Averbergen) 1566, in de Ridderschap van Overijssel, begraven Sibculo 1568, trouwde 1550 Johanna van Camphuysen, begraven Sibculo 1575, wed. van Hidde Onsta.


IV.   Hidde van Voerst, heer van Hagenvoorde.
Beleend met den Hof te Wijhe 1575, beleend met Voorde en Berge Johans goed 1575, in de Ridderschap van Overijssel, begraven Deventer 1584, trouwde Maria van Wees, begraven Deventer 1603, dochter van Christoffel en Anna van Honselaer.


V.   Dirk (Dyderick) van Voërst, heer van Hagenvoorde en Averbergen.
Met laatstgenoemd goed onder den naam Voorde en Berge Johans goed beleend 1594, in de Ridderschap van Overijssel 1610, lid Ged. Staten van Overijssel 1611, overleden h. Hagenvoorde 13 november 1650, begraven Wijhe.
Hij trouwde in 1602 Alegonda van Munster toe Harssevoort, overleden 1661, dochter van Rudolf heer van Harssevoort en Ida (van) Onsta.
Zij kregen in ieder geval 3 kinderen:
1. Hiddo van Voërst, heer van Hagenvoorde en Bergentheim (volgt hieronder)
2. Christoffel van Voërst, heer van Averbergen. Volgt VI-2
3. Ida/Yda; zij huwde in 1630 met Jan van Echten tot Oldengaerde. Zij kregen 3 kinderen:
- Anna Elisabeth, trouwde 1658 Cornelis van Dongen.
- Alegonda, trouwde na 25 nov. 1658 Jan van Ecksteyn.
- Nicolaas van Echten tot Entinge, trouwde ca. 1680 Sytze Margarethe Lewe.


VI.   Hiddo van Voërst, heer van Hagenvoorde en Bergentheim.
Hij was in 1628 toegetreden tot de Ridderschap en Steden vanwege Hagenvoorde, gecommitteerde ter admiraliteit op de Maas, drost van Haaksbergen en Diepenheim (1638) en drost van Vollenhove (1639).
Hiddo trouwde in 1638 met Joanna van Haersolte, dochter van Sweder van Haersolte en Joanna van Doornick. De familie Van Haersolte was bevriend met de prinsen van Oranje en vervulden in de 17e eeuw de hoogste functies in Overijssel. Na de dood van zijn schoonvader werd Hiddo van Voerst in zijn plaats gekozen als landdrost van Salland (1644-1660).
De regering van Overijssel bestond uit afgevaardigden van de steden Deventer, Kampen en Zwolle en de riddermatigen uit de gewesten Salland, Twente en Vollenhove. Omdat Salland de meeste havezaten had en daardoor de meeste vertegenwoordigers, werd Hiddo president van de regering.
Hij woonde met zijn gezin op Hagenvoorde te Tongeren onder Wijhe. Om hun vele zonen een goede maatschappelijke positie te geven kochten ze Middesdorp te Bergentheim en lieten het tot havezate maken. Hierdoor kon de familie met meerdere personen zitting nemen in de Ridderschap. In 1659 kregen Hiddo en zijn vrouw toestemming per testament over hun leengoederen te beschikken.

Uit dit huwelijk kwamen de volgende kinderen:
1. Hiddo van Voërst, heer van Hagenvoorde en Bergentheim (1640-1673)
Na de dood van zijn vader Hiddo heer van Hagenvoorde en Bergentheim. Hiddo volgde een militaire loopbaan in Hollandse dienst en werd daarom niet opgenomen in de Ridderschap van Overijssel. Tot zijn bezittingen behoorden ook de katerstede op de Beecke en het Slodt te Bergentheim. Ongehuwd overleed hij te Schoonhoven in 1673. Tijdens de invasie en bezetting door de bisschop van Munster was het huis te Bergentheim bewoond door de meier Egbert Luigghies. Waarschijnlijk vertoefden de heren alleen op Bergentheim als zij hier de markevergadering bezochten.

2. Derck van Voërst, heer van Hagenvoorde en Bergentheim (1642-1683)
Na de dood van zijn broer Hiddo heer van Bergentheim. Derk was als heer van Hagenvoorde in 1665 toegetreden tot de regering van Overijssel. Hij was erf geseten in Tongeren en Stockheijm, ridder der Duitse orde en commandeur van Maselantssluis etc. en was getrouwd met Jacoba de Roode van Heeckeren. De bij de havezate behorende goederen, katerstede Reinier op de Beecke en het Slotman, erfde hij eveneens. Door het overlijden van zijn andere broer Sweder, was hij in het bezit gekomen van de havezate het Laar aan de Regge te Giethmen. Het huis Bergentheim werd in 1675 aangeslagen voor de vuurstedenbelasting als hebbende twee schoorstenen. Een jaar later verkoopt Derk als heer van Bergentheim een perceel land in Dughtensijde (de Ugtenzijd) te Bergentheim aan Hendrik Essies van de Mariënberg. Derk werd dus heer van Bergentheim genoemd terwijl de officiële belening pas jaren later volgde. In 1681 verkoopt hij de havezate Bergentheim aan zijn broer Anthony Christoffer.
De havezate Hagenvoorde gaat na Derks overlijden naar hun broer Herman heer van Westerholt en Enghde.

3. Antoni Christoffer van Voërst, heer van Hagenvoorde en Bergentheim (ca - 1693)
Na opdracht door zijn broer Derk van Voerst heer tot Hagenvoorde en Bergentheim in 1681. Nog in hetzelfde jaar werd hij in de Ridderschap opgenomen.
Hij was als militair onder andere kapitein der mariniers en majoor van een compagnie infanterie.
In 1682 staat het huis Bergentheim leeg, Antoni woont bij zijn broer Herman op Hagenvoorde. Deze was heer van Hagenvoorde (Wijhe), Westerholt (Vollenhove) en Enghde (Bentheim). Antoni stierf ongehuwd in 1693 waarop broer Herman in het bezit kwam van Bergentheim.

4. Herman van Voërst heer van Westerholt en Enghde (- 1698)
Herman en zijn vrouw Maria Evermoed van Isselmuden hadden geen kinderen. Hij was luitenant kolonel en per testament benoemde hij zijn broer Antoni tot universeel erfgenaam.

Nog voor hij met Bergentheim hiermee beleend kon worden stierf hij in 1698, in hetzelfde jaar overleed ook zijn vrouw. Het testament werd geopend in bijzijn en ten gunste van zijn jongere broer de welgeboren heer Transisalanus Adolphus van Voorst heer van Jaarsveld.

5. Transisalanus Adolphus van Voorst heer van Jaarsveld (1651-1707)
Na de dood van zijn broers Antoni Christoffer van Voerst tot Bergentheim, die als laatste beleend was, en van Herman van Voerst tot Hagenvoorde enz., die kinderloos was overleden.
Transisalanus was het petekind van de Staten van Overijssel, vandaar zijn voornaam: Trans Isalanus (Isulanius) de latijnse benaming voor Over IJssel.
Hoewel hij de havezate Bergentheim bezat, werd hij niet in de Overijsselse Ridderschap toegelaten, aangezien hij lid was van de Ridderschap van Holland.
Hij was voor het leven lid van de Raad van State en hofmeester van Z.H. Prins Willem III, drost en kastelein van de stad Gorinchem, van Soestdijk en het land van Arkel, maarschalk van 't Gooiland, Eemnes binnen en buiten, houtvester van Holland enz.
In 1683 kocht hij de heerlijkheid Jaarsveld (Lopik) voor f. 33.600,-.
Hij was gehuwd met Arnolda dochter van de ridder Andries de Graaff en Elisabeth Bicker van Swieten, zij was familie van de in 1672 omgebrachte raadspensionaris Johan de Witt.
Transisalanus is kinderloos gestorven en werd begraven in de kerk te Wijhe.
Met het overlijden van Transisalanus in 1707 was de tak Hagenvoorde uitgestorven en ging het hele bezit over op Christoffer Aemilius van Voerst tot Averbergen(VIII).

6. Sweder van Voërst ??



VI-2.   Christoffel van Voërst, heer van Averbergen.
Zoon van Dirk (Dyderick) van Voërst, heer van Hagenvoorde en Averbergen
Kolonel inf., lid Ged. Staten van Overijssel, in de Ridderschap van Overijssel 1643, begraven Vollenhove 1673, trouwde Elisabeth van Doorninck, gedoopt Zwolle 7 september 1623, begraven Olst 1659, dochter van Helmich, heer van Vosmeer en Geertruid van Heukelom.
Hij heeft nagelaten 7 dochters en een zoon (volgorde onbekend):

1. Alegonda, is ongetrouwd gestorven ca 1720-1730.
2. Anna Elisabeth, is getrouwd geweest met Joan Frederik van Huffel. Zij is gestorven in 1705.
3. Geertruid, is ongetrouwd gestorven anno 1700.
4. Theodora, is getrouwd geweest met Abraham van Eppingen. Zij is kinderloos gestorven ca 1720-1730.
5. Janette, is getrouwd geweest met Arent van Keppel. Zij is kinderloos gestorven in 1730.
6. Alexanderina, is getrouwd geweest met Jan van Ehenschilt. Zij heeft een zoon en een dochter nagelaten.
7. Henriette, is ongetrouwd gestorven.
8. Derk Helmich van Voërst, heer van Averbergen (volgt hieronder).


VII.   Derk Helmich van Voërst, heer van Averbergen.
Verkrijgt venia aetatis 7 februari 1677, in de Ridderschap van Overijssel 1683, kolonel cav., landrentmeester van Salland 1698 1701, overleden Wijhe, h. Hagenvoorde, 29 juni 1721.

Hij trouwde mei 1689 Maria Elisabeth van Raesfelt, geboren 15 september 1658, overleden Wijhe, h. Hagenvoorde, 18 januari 1708, dochter van Gerrit, heer van de Poll (bij Hasselt) en Geertrui van Doorninck.
Uit dit huwelijk zes kinderen o.a.:

1. Christoffel Aemilius van Voërst, volgt VIII. Tak Hagenvoorde.

2. Hendrik Casimir Gerrit van Voërst, volgt VIII - 2. Tak Averbergen.

3. Hidde van Voërst, gestorven 1708.

4. Gerrit Helmich van Voërst, volgt VIII - 3. Tak Bergentheim.

5. Robert Erens van Voërst, gestorven 1709.

6. Maria Eleonora Agatiah, gestorven 1697.



VIII.   Christoffel Aemilius van Voërst, heer van Hagenvoorde, Bergentheim en Westerholt.
Zoon van Derk Helmich van Voerst tot Averbergen en Maria van Raesfelt
Gedoopt Rijssen 27 juli 1690, overleden Wijhe, h. Hagenvoorde, 12 augustus 1774.

Als testamentair erfgenaam na de dood van zijn vaders neef Transisalanus Adolphus van Voerst, heer van Jaarsvelt, Hagevoorde, Bergentheim etc. Chistoffer was vernoemd naar zijn opa, die een broer was geweest van Hiddo, de eerste heer tot Bergentheim. Met het overlijden van Transisalanus in 1707 was de tak Hagenvoorde uitgestorven en ging het hele bezit over op deze Christoffer van Voerst tot Averbergen (Olst). Hij kreeg op 17-jarige leeftijd onder andere Hagenvoorde, Bergentheim, Westerholt en Enghde in zijn bezit. De goederen in Utrecht gingen naar de weduwe van Transisalanus.
Samen met zijn ouders en broers betrok hij Hagenvoorde, terwijl zijn broer Hendrik Casimier Gerrit op Averbergen bleef. Christoffer trouwde in 's-Gravenhage 19 april 1719 met de rooms-katholieke Helena van Middachten, geboren in de Graafschap Bentheim nà 19 april 1694, overleden h. Hagenvoorde, begraven Wijhe 10 juli 1770, dochter van Reinhard Gosewijn en Catharina Helena Schlitswey. De bruid werd protestant en beviel al voor de bruiloft van een zoon genaamd Derk Christoffer. Het was volgens diverse bronnen een huwelijk beneden zijn stand en de echtelieden stonden regelmatig tegenover elkaar voor de rechtbank. Christoffel was per 1727 assessor van het Hoogadelijk Hof van Graafschap Bentheim en hoogschout van Hasselt (vanaf 1738) en lid van de Raad van State per 1731.
Misschien heeft hij nog even op Bergentheim vertoefd, in 1723 lezen we dat het huis aldaar door twee personen werd bewoond.
In 1724 liet hij zich opnieuw belenen met Hagenvoorde en deed Bergentheim over aan zijn broer Gerrit Helmich van Voërst. De goederen die bij de havezate behoorden hield Christoffer zelf. Op 7 januari 1741 laat hij zijn erven taxeren, ze moeten waarschijnlijk dienen als onderpand: "Christoffer baron van Voerst heere van Hagenvoorde, hoogschout van Hasselt in Hasselampt etc. etc. laat onder ede taxeren, door de koster Hendrik Everts Schutte en Harmen Vinke, de erven Roever of Bouwhuis (bewoond en bemeierd door Jan Bouwhuis) en Mersink (Evert Marsink) en de goederen het Slot (Hendrik Slotman) en de Beeke (Albert op de Beke). Deze vier erven waren samen f. 11.300,- waard."
Rond 1740, wanneer de provincie van plan is de voormalige klooster erven van Sibculo te verkopen, probeert Christoffel deze in erfpacht te krijgen. Regelmatig richt hij zich tot de Ridderschap en Steden.
Hij heeft interesse in diverse erven, zoals Waterink, dat leenroerig is aan de Proosdij van Deventer etc, Wichmink dat leenroerig is aan huize Garner etc,

IX.   Derk Christoffel van Voërst, heer van Hagenvoorde en (vanaf 1775, door overdracht van zijn oom Gerrit Helmich van Voërst) van Bergentheim.
Gedoopt 's-Gravenhage (Hoog­duitsche Kerk) 18 augustus 1718, in de Ridderschap van Overijssel 1752, gecomm. in de Admiraliteit van Friesland 1765, overleden h. Hagenvoorde 12, begraven Wijhe 16 augustus 1782.

Hij trouwde aldaar 19 maart 1755 Jacoba Johanna Margrieta van Raesfelt, geboren h. Heemse 7 september 1729, gedoopt Heemse 11 september, overleden Heino, h. 't Roosendaal, 22 juni 1814, dochter van Evert Elbert Anton, heer van de Poll (bij Hasselt) en de Groote Scheere en Jacoba Henriëtta Arnolda van Uterwijck, vrouwe van Heemse en Alerdinck.
Uit dit huwelijk:

1. Theodorus Antonius baron van Voërst tot Hagevoorde.
Gedoopt Zwolle 6 juni 1756, in de Ridderschap van Overijssel 1782, overleden Maastricht 11 februari. 1833.
Na de boedelscheiding in 1791 kreeg hij Hagenvoorde en zijn jongere broer Hiddo viel Bergentheim ten deel. Theodoor verkocht zijn havezate Hagenvoorde in 1805 aan Carel de Vos van Steenwijk. In 1793 was hij majoor in het regiment van Geusau en als gepensioneerd majoor overleed hij op 76-jarige leeftijd te Maastricht.

2. Jacoba Henriëtta Arnolda van Voërst tot Hagevoorde.
1758-1817
Trouwde 1790 Jhr. Arend Daniël van Coeverden, heer van Wegdam, 1763-1849.

3. Adolph baron van Voërst tot Hagevoorde.
Geboren Zwolle 11 februari 1760, gedoopt Wijhe 17 februari, overleden Heino, h. 't Roosendaal, 12 juni 1826.
Ritmeester tit. 1793.

4. Isabella Helena barones van Voërst tot Hagevoorde.
Geboren h. Hagevoorde, gedoopt Wijhe 11 oktober 1761, overleden Deventer 24 april 1846.
Trouwde Wijhe 15 april 1783 Arnold Ernst Theodoor Buno, gedoopt aldaar 27 november 1757, ritmeester 1794, kapitein der gendarmerie, overleden Deventer 11 maart 1845, zoon van Theodoor en Catharina Mechteld van der Marsche.

5. Hidde baron van Voërst tot Hagevoorde, heer van Bergentheim.
Geboren Zwolle 16 maart 1764, gedoopt Wijhe 25 maart, overleden Wijhe 7 december 1840.
Luitenant-kolonel 1793, lid Prov. Staten van Overijssel, in de Ridderschap van Overijssel 1794.
In juli 1791 werd een geschil bijgelegd tussen zijn moeder mevrouw J.J.M, van Raesfelt douariere van wijlen de heer D.C. van Voerst van Hagenvoorde en haar aangetrouwde tante mevrouw M.F.S. van Rechteren douariere van wijlen de heer G. H. van Voerst tot Bergentheim. De havezate kwam hierdoor weer in zijn geheel terug bij de familie Van Hagenvoorde, die hierover de 50e penning betaalde. Wel bleven de nazaten van Gerrit Helmich de titel baron tot Bergentheim voeren.
Hiddo stierf ongehuwd als gepensioneerd luitenant-kolonel en werd begraven te Wijhe.

6. Evert Elbert Antoni baron van Voërst tot Hagevoorde.
Geboren h. Hagevoorde, gedoopt Wijhe 13 juli 1766, overleden Heino 18 januari 1851.

7. Catharina Aleyda barones van Voërst tot Hagevoorde.
Geboren h. Hagevoorde, gedoopt Wijhe 13 december 1767, overleden Zwolle 8 september 1853.

--- Einde TAK HAGEVOORDE ---



TAK AVERBERGEN
(Uitgestorven in 1867.)

VIII - 2.   Hendrik Casimir Gerrit van Voërst, heer van Averbergen.
Geboren 1691, landrentmeester van Salland 1701-'60, in de Ridderschap van Overijssel 1716, overleden Olst, h. Averbergen, 9 december 1760, trouwde (ondertrouw Rijssen 14 Oktober) 1731 Ida Egeria Charlotte van Ittersum, gedoopt ’s-Gravenhage (Hoogduitsche Kerk) 2 december 1706, overleden h. Averbergen, begraven Olst 21 juni 1793, dochter van Ernst Hendrik, heer van den Oosterhof en Maria Clara Charlotta du Faget van Assendelft.


IX.   Marius Antony Carel van Voërst, heer van Averbergen en van den Borgel (bij koop).
Geboren h. Averbergen gedoopt Olst 22 augustus 1733, overleden Zwolle 1 februari 1811.
In de Ridderschap van Overijssel 1763, gecomm. ter Admiraliteit op de Maas 1765, ter Admiraliteit van Amsterdam 1768, van West-Friesland en het Noorderkwartier 1775, van Friesland 1785, lid Ged. Staten van Overijssel 1779, '81-'83, '87, gecomm. ter Staten-Generaal 1773, '76, '80, '86-'95.

Trouwde Dalfsen 23 maart 1762 Johanna Theodora van Dedem, geboren h. den Berg, gedoopt Dalfsen 19 juli 1736, overleden Zwolle 31 maart 1807, dochter van Gijsbert Willem, heer van den Berg en Theodora Judith Margriet van Isselmuden, vrouwe van de Rollecate.
Uit dit huwelijk twaalf kinderen o.a.:

1. Willem Hendrik van Voërst tot Averbergen, heer van den Borgel.
1764-1809.
Trouwde 1799 Arnoldina Aleida Thomassen à Thuessink, 1757-1832, uit wien drie niet in den Ned. Adel opgenomen dochters, van wie de laatste in 1867 overleed.
a. Johanna Theodora van Voërst tot den Borgel
Zij trouwde Zwolle 13 maart 1830 met Jhr. Lubbert Jan Aland van Lynden, geboren h. Appelenburg 5 september, gedoopt Ochten 14 oktober 1804, kapitein infanterie, overleden Zwolle 5 juli 1859, zoon van Jhr. Samuel, heer van Oldenaller en Dorothea Jacoba Vijgh, vrouwe van Appelenburg en de Snor. Hij was eerder getrouwd geweest met Margaretha Sophia Florentina barones van Voërst.

2. Jhr. Dirk Ernst van Voërst tot Averberg.
Geboren Zwolle 19, gedoopt aldaar 20 november 1776, majoor, overleden Zwolle 6 juli 1820.

--- Einde TAK AVERBERGEN ---



TAK BERGENTHEIM
(Uitgestorven in 1858.)

VIII - 3.   Gerrit Helmich van Voërst, heer van Bergentheim (1725, bij koop van zijn broeder Christoffel Aemilius van Voërst) en Windesheim (1752-'66).
Geboren 1694, overleden Zwolle 23 december 1778, begraven Olst 29 december.
Hij was kapitein van een regiment infanterie, gecommitteerde ter Generaliteitskamer en ter Admiraliteit van Westfriesland en lid van de Gedeputeerde Staten van Overijssel. In 1732 werd hij aangesteld als rentmeester van het klooster Almelo en Weerselo.

Trouwde (ondertrouw Nijkerk 28 februari) 1727 Margaretha Florentina Sophia van Rechteren, geboren huis Mennigeshave 20 september 1712, gedoopt den Ham 25 september, overleden Zwolle 16 december 1806, begraven aldaar 22 december, dochter van Frederik Rudolph, heer van Mennigeshave en Philippina Eleonora des H.R. Rijksgravin van Castell-Rüdenhausen.
Uit dit huwelijk acht kinderen:

1. Maria Philippa Ernestine.
Geboren in 1729, overleden in 1777. Zij trouwde in 1753 met Robert Jacob van Heeckeren Heer van Kamperbeek (1729-1795). Zij kregen 3 kinderen.

2. Derk Frederik van Voërst, heer van Alerdinck.
1 juli 1730 - 7 juni 1796
Hij was expectant van de Duitse Orde, balije van Utrecht, dijkgraaf van Salland, lid van de Generaliteitsrekenkamer en afgevaardigde van Overijssel naar de Staten-Generaal. Van 1790-1795 was Derk hoogschout van Hasselt. Trouwde 1e te Zwolle 13 april 1756 Adriana Josina van Haersolte (26 januari 1732 - 4 september 1761) dochter van Anthonie Sweder van Haersolte Heer van Elsen (1690-1733) en Conradine Wilhelmina van Dedem (1701-1751).
Uit dit huwelijk kwamen 2 dochters:
1. Sophia Philippa (19 november 1756 - 12 januari 1783 of 1788)
2. Antonia Coenradina Wilhelmina Assuera (28 augustus 1760 - 31 oktober 1839). Zij trouwde 1785 met A.L. van Plettenburg

Trouwde 2e in 1766 met Agnes Sophia Henriëtte van Haersolte van Yrst (18 april 1720 - 14 december 1790) dochter van Derk van Haersolte Heer van Yrst (1673-1740) en Joachima Elisabeth van Rechteren (1686-1761). Zij was eerder in 1745 getrouwd met Willem Johan Bentinck (1714-1759)

Hij had geen mannelijke nakomelingen en Bergentheim ging weer terug naar Cristoffer (Aemilius) van Hagenvoorde en diens zoon. De titel baron van Voerst tot Bergentheim werd later door zowel de tak Van Hagenvoorde als Van Bergentheim gevoerd.

Hij kocht de Alerdinck te Heino in 1770 en liet zich hier in 1773 van verschrijven. Waarschijnlijk is de naam Den Alerdinck afkomstig van 2 boerenerven: het Groot Alerdinck en het Klein Alerdinck. Deze naam werd omstreek 1500 voor het eerst genoemd. Het huis werd als havezate erkend in 1647/1648. In 1654 werd het huis riddermatig verklaard. De erfgenamen van Derk F. van Voorst tot Bergentheim verkochten het landgoed Den Alerdinck in 1797 aan Bernardus J. van Sonsbeeck (1772-1858). Via deze familie en 18-7 Joan M. baron van Voorst tot Voorst kwam het later (weer) in bezit van Van Voorst tot Voorst.

3. Christoffer Gerrit Adolf van Voërst tot Bergentheim.
Geboren in 1733.

4. Elisabeth Charlotte.
Geboren in 1736.

5. Margrietha Florentine.
Geboren in 1738.

6. Eleonora.
Geboren in 1740.
Eigenaresse van het huis Het Vliegende Paard van ca 1819 tot 1829.

7. Frederika.
Geboren in 1742.

8. Christoffel Casimir Adolf baron van Voërst tot Bergentheim volgt IX.


IX.   Christoffel Casimir Adolf baron van Voërst tot Bergentheim.
Gedoopt Nijkerk 22 december 1743, overleden Zwolle 15 maart 1828. Kapitein 1770, schout van Wijhe 1782.

Trouwde Putten 26 oktober 1790 Adriana Elisabeth Cornelia van Lynden, geboren huis Oldenaller 28 juli 1761, gedoopt Putten 9 augustus, overleden Zwolle 23 januari 1833, dochter van Herman Willem Jan, heer van Oldenaller en Jacoba Louisa van Eck.
Uit dit huwelijk vijf kinderen o.a.:

1. Gerrit Helmich baron van Voërst, heer van Bergentheim, volgt X.

2. Jacoba Louisa barones van Voërst.
Geboren Zwolle 17 september 1793, gedoopt aldaar 22 september, overleden Zwolle 30 oktober 1854.
Trouwde aldaar 29 mei 1835 Jhr. Adriaan Leopold Balthasar Willem van Suchtelen van de Haare, geboren kring de Gelder 29 mei 1798, gedoopt Wijhe 10 juni, dir. Posterijen te Wageningen, overleden Olst, huize Westervoorde, 19 april 1877, zoon van Jhr. Arnold Jan Bernard, heer van de Haare en Maria Sara van Oyen.

3. Margaretha Sophia Florentina barones van Voërst.
Geboren Zwolle 3 januari 1795, gedoopt aldaar 7 januari, overleden Zwolle 13 april 1827.
Trouwde te Zwolle 13 augustus 1825 Jhr. Lubbert Jan Aland van Lynden, geboren huis Appelenburg 5 september 1804, gedoopt Ochten 14 october, kapt. inf, overleden Zwolle 5 juli 1859, zoon van Jhr. Samuel, heer van Oldenaller en Dorothea Jacoba Vijgh, vrouwe van Appelenburg en de Snor; hij hertrouwde Zwolle 13 maart 1830 Johanna Theodora van Voërst tot den Borgel.


X.   Gerrit Helmich baron van Voërst, heer van Bergentheim.
Geboren Zwolle 12 november 1791, gedoopt aldaar 14 november, overleden Vollenhove 15 januari 1826. Ontvanger directe belastingen.

Trouwde aldaar 12 april 1815 Agnes Everdina Florentina Geertruid barones Sloet tot Westerholt, geboren Vollenhove 28 augustus 1792, gedoopt aldaar 29 augustus, overleden Harderwijk 29 april 1849, dochter van Jhr. Robbert Adolf Borchard Jan, heer van Westerholt en Geertruid Johanna van Lynden.
Uit dit huwelijk:

1. Christoffel Casimir Adolf baron van Voërst.
Geboren Vollenhove 2 mei 1815, adelborst 1e kl., overleden Zwolle 14 augustus 1838.

2. Robbert Adolf Burghart Jan baron van Voërst.
Geboren Vollenhove 5 april 1816, overleden Jutphaas 10 juli 1854. Ontv. in- en uitg. rechten en accijnzen te Eede (Zeeland).

3. Adriana Elisabeth Cornelia barones van Voërst.
Geboren Vollenhove 30 juli 1820, overleden Zwolle 8 oktober 1846.

4. Jacob Louis baron van Voërst.
Geboren Vollenhove 4 april 1822, overleden aldaar 20 oktober 1858.

5. Eleonora barones van Voërst.
Geboren Vollenhove 13 april 1825, overleden Oirschot 6 april 1856.
Trouwde Zwolle 8 juli 1847 Jacob Willem Frederik baron Mulert, geboren Dalfsen, huis de Leemcule, 12 maart 1822, overleden Gronau 14 mei 1893, zoon van baron Frederik Christiaan en Henriëtta Margaretha Dorothea Reyniera van Omphal.

--- Einde TAK BERGENTHEIM ---