|
VAN VOORST TOT SCHOONDERBEEK
I. ELBERT VAN VOORST heer van Schoonderbeek.
Zoon van Reyner van Voorst en Catharina van Honnepel.
Hij was verschreven op de Riddercedul van Veluwe, overleed op Schoonderbeek 9 augustus 1615 en werd in de kerk te Putten begraven.
Op een publieke verkoop in april 1558 kocht hij het huis, erf en goed Schoonderbeek, eigendom van “Zijne Majesteyt als hertog van Gelre”; de vorige bezitster was Anna van Gelder, die het door opdracht in januari 1530 van hertog Karel van Gelder had verkregen.
Kort hierna, 10 juni 1558, huwde hij met Johanna van Arnhem, vrouwe van het Loo, geboren in 1533, dochter van Zeger van Arnhem, heer van Kernheim, en Anna Bentinck, vrouwe van het Loo. Zij was da achterkleindochter van Wynand van Arnhem en Sophia van Hekeren genaamd van Rechteren (blz. 81) en overleed op het Loo in 1613.
Uit hun huwelijk warden geboren:
1. Reyner van Voorst, heer van Schoonderbeek; volgt II.
2. Anna.
Zij was in 1598 gehuwd mat Marten van Isendoorn à Blois, heer van den Cannenburg en Stockum, zoon van Hendrik van Isendoorn à Blois, heer van den Cannenburg en Lathum, en Sophia van Stommel, vrouwe van Stockum en erfmaarschalkinne des Vorstendoms Limburg.
3. Catharina.
Zij trouwde te Putten 19 juni 1604 met Unico van Ripperda, heer van Weldam, beschreven in de Ridderschap van Overijssel, zoon van Jan van Ripperda en Anna van Virmundt tot Odinck. Zij overleed kinderloos 5 augustus 1606 en werd begreven in de kerk te Goor. Haar man hertrouwde in februari 1608 met Anna de Vos van Steenwijck.
4. Margaretha.
Vrouwe van het Loo. Zij was in 1599 gehuwd met Harmen Wolter van Isendoorn à Blois, broeder van voornoemde Marten. Zij overleed te Apeldoorn in 1626; haar man stierf 22 juli 1616.
5. Johanna.
Zij stierf ongehuwd door verdrinking.
II. REYNER VAN VOQRST, heer van Schoonderbeek.
Zoon van Elbert van Voorst en Johanna van Arnhem, vrouwe van het Loo.
Hij was beschreven op de Riddercedul van Veluwe van 1574 tot 1614.
Uit zijn huwelijk met Anna van Isendoorn à Blois, een zuster van zijn zwagers Marten en Harmen Wolter, werden geboren:
1. Elbert van Voorst, heer van Schoonderbeek en Westerhof; volgt III.
2. Sophia.
Zij sterft jong.
3. Sophia.
Die in 1624 gehuwd was met Rijckwijn van Essen, heer van de Swanenburg, dijkgraaf van Veluwe, zoon van Rutger van Essen en Hadewich van Amstel van Mynden.
4. Johanna.
Zij sterft op jeugdige leeftijd.
5. Johanna.
Zij was in 1635 gehuwd met Peter van Steenbergen, heer van Duistervoorde, zoon van Willem van Steenbergen en Dorothea van Appeltern; hij overleed 11 maart 1643. Hierna hertrouwde Johanna 17 februari 1650 met Derk van Stepraedt, heer van Varik en Indoornick, zoon van Johan van Stepraedt, heer van Doddendael, Indoornick en Walbeck, en Maria van Dorth, vrouwe van Varik, en weduwnaar van Sophia van Isendoorn à Blois, vrouwe van het Loo. Zij overleed 1 oktober 1681 en werd in de kerk van Twello begraven.
III. ELBERT VAN VOORST, heer van Schoonderbeek en de Westerhof.
Zoon van Reyner van Voorst en Anna van Isendoorn à Blois.
Hij trouwde in de R.K. kerk te Huissen 27 november 1625 met Assuera Hacfort (van Loenen), dochter van Alert van Hacfort en Elisabeth van Voorst (zie blz. S. 26), waarbij getuigen waren Jonker Amstel en Joffer Amstel van Doornenburg.
Uit dit huwelijk werd een zoon geboren:
1. Reyner.
Overleed op 17-jarige leeftijd.
Na het overlijden van Assuera hertrouwde Elbert te Doornenburg 25 februari 1655 met Cunegonda van Amstel van Mynden, dochter van Jacob van Amstel, heer van Loenersloot, en Maria van Sparwoude.
Zij was een kleindochter van Joost en Willemina van Voorst, vrouwe van Doornenburg.
Elbert overleed vóór 4 juni 1657, op welke datum het magescheid werd opgericht tussen Cunegonda van Amstel, douairière van Elbert van Voorst, heer tot Schoonderbeek, en de erfgenamen van Elberts eerste vrouw Assuera Hacfort van der Horst ter andere zijde (Arch. ter Horst, inv. no. 34, blz. 255). Cunegonda verkocht de Westerhof (onder Epe) in 1664.
Uit zijn tweede huwelijk werden geboren:
2. Elbert Sweder Reynier van Voorst, heer van Schoonderbeek.
Hij was gehuwd met Mechteld Adriana van Renesse van Baer, vrouwe van Blikkenburg, Gent, Berlicum, Baertwijk, Appeltern en Altforst, dochter van Willem van Renesse van Baer, heer van Rijnenborch, en Anna Juliana van Renesse van Baer.
Uit dit huwelijk werden volgens de genealogie van Voorst van baron van Heeckeren twee zoons geboren, beiden kapitein, over wie echter niets bekend is.
Schoonderbeek werd echter in 1691 verkocht aan Hendrik van Middachten (zie hieronder sub 4).
Alle overige goederen werden door het echtpaar al in 1690 verkocht. Hij overleed 13 februari 1705 (48 jaar).
Een Elbert van Voorst wordt 2 met 1707 Kapitein in het Regiment Keppelfox.
Mogelijk is hij identiek met Elbert Willem van Voorst van Dorenweerd en Bijsteren, zoon van Elbert Zweer Revnier van Voorst tot Schoonderbeek en Appelthern, die rond 1660 geboren moet zijn en in Wittert van Hoogland “Utrechtse Heerlijkheden” als kapitein der infanterie wordt genoemd.
Bovendien is een Dirk van Voorst, die 29 april 1749 luitenant is in de compagnie van Humalda, nergens te plaatsen.
3. Johan Jacob van Voorst, heer van Schoonderbeek, luitenant.
Hij was gehuwd met een dochter van Frederik Gerrit van Spittael, geboortig van het Stift van Münster. Ook van hem zijn geen nakomelingen bekend.
4. Anna Cunegonde.
Zij trouwde 22 mei 1712 met Frederik Gerrit van Zuylen van Nyevelt, die in 1707 Schoonderbeek van zijn neef Hendrik van Middachten erfde. Hij was de zoon van Philip, heer van Schouwenburg, en Bitter Heeck. Zij hertrouwde 26 december 1717 met de advocaat Johan Pieter Becker en overleed te Zevenaar 27 januari 1752, ingeschreven in het R.K overlijdensregister aldaar als “praenob. dom. Anna Cunegonda van Voorst uxor consulis Jois Petri Becker”.
|